Als ik een favoriete stad heb, dan is het Londen.
Hoe oud ik juist was toen ik er de eerste keer heen ging met mijn ouders weet ik niet meer. Wat ze me wel altijd vertellen, is dat ik per sé de mummies wou zien in het British Museum. Zelf herinner ik me de enorm lange wachtrij bij Madame Tussaud’s, en de kookdemonstraties op Hampton Court en de fluistergallerij van St Paul’s Cathedral.
Toen ik ouder was en studeerde, ging ik er een weekendje heen met vriendinnen. Nog even later, in 2012, ging ik er dan 6 weken lang studeren aan de London School of Economics. In die 6 weken leerde ik de stad nog beter kennen, en vanaf toen ben ik er elk jaar weer heen getrokken. Met m’n ouders, met vrienden die Londen kennen en met mensen die er nog nooit heen gingen.
Sommige dingen blijven gewoon de moeite waard. Bijvoorbeeld de wandeling op South Bank van aan de Westminster tot de Millenium Bridge heb ik al zo vaak gedaan, maar keer op keer blijf ik excited over het zien van de Big Ben en St Paul’s. En elke keer weer zoek ik naar de naam van Somerset House wanneer ik het statige gebouw zie staan op de noordelijke oever.
Ik heb maar 1 regel: als ik naar Londen ga, wil ik elke keer iets nieuws doen. En ja, dat blijft lukken. Over de jaren heen heb ik meer en meer minder bekende plekken leren kennen. Het Sir John Soane’s museum en Kenwood House bijvoorbeeld, zijn echt de moeite waard!
Niet enkel zijn er de minder bekende historische plaatsen, de stad verandert ook elke keer. Terwijl ik er was in 2012 werd The Shard ingehuldigd als hoogste gebouw van de stad en was er de opening van het Olympische Park, in 2014 opende de Sky Garden z’n deuren.
Natuurlijk is er naast al die architectuur ook nog de West End, met al z’n musicals en theaters, de tentoonstellingen in de vele gratis musea en de nieuwe wijken en markten waar je steeds weer je ogen uitkijkt. Voorlopig ga ik nog niet meteen stoppen met elk jaar naar Londen te gaan. Ga jij binnenkort ook een keer?
Geef een reactie