De hoofdstad van een vakantieland bezoeken: het is vaak ofwel geweldig, ofwel een complete teleurstelling. Bij ons vertrek naar Colombia was hoopte ik vooral dat Bogotá niet in de tweede categorie zou vallen, aangezien we er zowel in het begin als op het einde een dag gingen spenderen.
Op onze eerste dag, bij het begin van onze reis, hadden we de pech dat het regende in de voormiddag. Nuja, “pech”: één van de must sees is het goudmuseum, dus dan maakt wat regen natuurlijk niet uit. Het museum herbergt een gigantisch grote collectie van allerlei gouden objecten, van sierraden tot decoratiestukken. Je krijgt ook het hele bewerkingsproces te zien van hoe al die dingen nu eigenlijk gemaakt worden. Als je alles deftig wil bekijken, ben je hier dus wel enkele uren zoet. Het pronkstuk van de hele collectie is een klein, maar supergedetailleerd kunstwerk dat een oud gebruik van de Muisca stam toont. Hierbij ging het stamhoofd, bedekt met goud, met een vlot het Guatavita meer op om gouden offers te brengen aan de goden. De verhalen over El Dorado – wat oorspronkelijk de gouden man betekent – werden doorheen de tijd verhalen over de gouden stad en trokken heel wat schattenjagers aan. Het gouden vlotje is wel echt geweldig: qua afmetingen heel klein, maar wel echt mooi om te zien. En in tegenstelling tot de Mona Lisa kan je hier wel op het gemakje de tijd nemen om het stuk te bekijken.
Aan de San Agustin kerk
Na het Goudmuseum was het tijd voor een free walking tour! Die vertrekken op het grote plein, waar we op voorhand al even konden rondkijken. Hier is ook wel heel wat entertainment: er worden ballonnen en duiven eten verkocht, je kan er met lama’s op de foto, de San Agustin kerk domineert het uitzicht en Montserrat met z’n klooster op de heuveltop kijkt toe van op de achtergrond. De tour zelf was een tegenvaller: de ene gids sprak slecht Engels, de andere was zeer onzeker over wat ze moest vertellen… Jammer!

Gelukkig hadden we nog een hulplijn, zijnde Carlo van Gaufrini. Deze joviale Belg woont al een tijdje in Bogotá en kenden we via via. Hij raadde ons aan om nog naar Monserrate te gaan en daar ’s avonds op de berg te gaan dineren. En wauw, dat was de moeite. Het eten was top en het uitzicht over de stad zowaar nog beter! Omdat het intussen al wel late namiddag was, moesten we omhoog met de kabelbaan in plaats van omhoog te wandelen. Achteraf bekeken was dat een goede timing omdat we hierdoor net op tijd waren voor de ondergaande zon. Zo’n mooi zicht! Ook na het eten, in het donker, was het uitzicht meer dan de moeite. Een ideaal begin van de reis.

Op het einde van onze trip hadden we nog een dagje Bogotá gepland, kwestie van een buffer te hebben als er iets mis zou lopen met onze binnenlandse vluchten. We besloten om weer hetzelfde stramien te volgen als de vorige keer: eerst een museum, dan rondlopen. Het Botéromuseum bevindt zich in het hartje van de stad en is wel de moeite als je van z’n vreemde schilder-en beeldhouwkunst houdt. Er zit af en toe wel wat humor in z’n werken, zo schilderde hij zijn versie van de Mona Lisa. Het oude koloniale gebouw is zelf ook wel de moeite om even te bekijken.

Rond de middag hadden we dan eindelijk face to face afgesproken met Carlo. Hij voorzag ons van z’n Belgische Gaufrini wafels, die hij nu in Bogotá verkoopt. Daarna was het tijd om op sleeptouw genomen te worden langs de minder toeristische kant van de stad. We startten in het Simon Bolivar park. Hier heb je prachtige zichten over de stad en zie je amper volk. In het weekend is het blijkbaar wel een hotspot voor de locals om te komen ontspannen. Na een wandeling door het park, trokken we naar de stad waar we door woonwijken wandelden. Echt gek hoe de buurten verschillen van “gewoon” naar superfancy.

Fun fact: kleine brouwerijen komen nu op in Bogotá. De BBC (Bogota Beer Company) zette de trend en anderen volgden al gauw. Natuurlijk moet je dan ook een biertje proeven. Daarvoor trokken we naar El Mono Bandido – de dwaze aap . Zij hebben 2 cafés intussen waar ze hun biertjes schenken. We besloten eerst voor proevertjes te gaan en erna voor een goeie grote kan. Cultuur opsnuiven heet dat dan 😉
All in all: Bogotá stelt zeker niet teleur! Op één dag krijg je er niet alles gezien, die 2 dagen waren echt ideaal. Om een blik te geven op hoe tof deze stad wel is, volgen hieronder nog wat foto’s. Enjoy!

















Geef een reactie