Terwijl ik in Sri Lanka was, vond het Elsala Perahera festival plaats in Kandy. Onze reis was zo gepland dat we dit festival ook zouden kunnen meemaken.
Wanneer wij “festival” zeggen, denken we aan optredens van bands, foodstands en een weide. Het Perahera festival is ietsje anders: het is eigenlijk eerder een stoet.
Een stoet die 10 dagen lang elke avond door de straten van Kandy trekt, en die steeds groter en feestelijker wordt. De Tand van de Boeddha, die in de Tempel van de Tand bewaard wordt, wordt door de straten gedragen op de rug van een olifant. Ook vanuit andere tempels worden er relieken en olifanten naar Kandy gebracht om mee in de processie te gaan. De stoet wordt elke dag langer, en op het hoogtepunt doen er meer dan 80 olifanten in mee!
De stoet duurt enkele uren, en de Srilanken zitten al uren op voorhand op de stoep om zeker een goede plaats te hebben. Wij hadden om een kaartje te kopen voor de tribune aan ons hotel, om in de namiddag nog wat meer tijd te hebben om de Tempel van de Tand te bezoeken.
En dat bezoek hakte er bij mij wel in. Niet zozeer de Tempel, die is echt wel mooi, maar de olifanten die voor het festival naar de stad komen hebben hun verblijf daar. En dat is toch wel confronterend: de ene olifant na de andere hangt aan kettingen van ongeveer een meter lang vast, met steeds bewakers bij. Veel van de dieren staan de hele tijd te “wiegen”. Een groot verschil met wat je ziet in de verschillende natuurparken. Ik begon me al wat schuldig te voelen dat ik betaald had om deze olifanten later die dag in de stoet te zien…
Tijdens de optocht hangt er een hele speciale sfeer. Er is op voorhand de verwachting die duidelijk voelbaar in de straten hangt, en dan start de processie. De processie is eigenlijk het beste samen te vatten als “muzikanten + dansers (vaak met vuur), olifanten” en dat op repeat. Het is een heel indrukwekkende gebeurtenis, en ik snap waarom het festival zo’n enorme aantrekkingskracht heeft.
Soms stuikt de magie wel wat in elkaar, bijvoorbeeld wanneer je een jonge olifant duidelijk bang ziet zijn van de vuurdansers die vlak voor hem lopen. Ook de oudere olifanten leken vaak gestresst, wat op zich te verwachten is in een mensenmassa, met muziek en vuur om hen heen…
Het heeft me heel hard aan het denken gezet: ja, het is een culturele activiteit en ja, ze gaat eeuwen lang terug. Maar in hoeverre zijn al die olifanten daarvoor nodig?
Onze gids zag er alleszins geen graten in: olifanten wiegen als ze blij zijn, dus die dieren waren gewoon happy om in Kandy te zijn. Toen we hem een paar dagen later, in een natuurreservaat, vroegen waarom de dieren zich daar anders gedroegen, weet hij dat aan “een verschil tussen wilde en tamme olifanten”. Logica! 🙂
Het is een vraagstuk waar ik nu nog steeds niet uit ben. Ik ben superblij dat ik de hele processie gezien heb en de sfeer van het festival heb mogen opsnuiven, anderzijds heeft het even geduurd voor de wrange nasmaak weggespoeld werd.